Uitgelicht
Gedenkbord Slachtverbod 1918
Plateelbakkerij Ivora, uit Gouda
Achterkant gemerkt 134 Ivora 140RA
Direct na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog startte een periode waarin de moeizame distributie van voedsel centraal stond. Minister Posthuma belast met voedseldistributie en verantwoordelijk voor de levensmiddelenindustrie moest veel impopulaire maatregelen nemen. Al in 1916 ging het brood op de bon. Vanaf februari 1917 voerde hij verdere voedselrantsoenering in voor onder andere, melk, aardappelen, peulvruchten, koffie en boter. Doordat de hoeveelheid beschikbaar veevoer steeds kleiner werd liep de aanvoer van goedkoop varkensvlees steeds verder terug. Ook slechte aanvoer en allerlei andere maatregelen waren debet aan een dreigend ontstaan van schaarste aan slachtvee. Daarom vaardigde de minister in 1918 een slachtverbod uit. De regering had prijzen vastgesteld voor het slachtvee. Echter de veehouders vonden die prijzen veel te laag. Gevolg was dat er steeds minder aanbod was en dat de illegale handel en slachtingen toenam. Ook werd de kwaliteit van het vlees er niet beter op. Honden en katten werden ook geslacht voor consumptie. Van het beschikbare vlees werd de zogenaamde eenheidsworst gemaakt door de slagers. De onvrede van de slagers en veehouders werd geuit door middel van spotprenten in de media.*
Musea die dit gedenkbord in de collectie hebben zijn het Nederlands Openluchtmuseum, het Nederlands Militair Museum en het Rijksmuseum te Amsterdam.
*Informatie via www.vers-inspiratie.nl