Als je een kleine winkel hebt, zoals ik dan komen er nogal veel mensen binnen voor een praatje. Het gaat over van alles behalve over servies. Er zijn psychiatrische patiënten die de winkel als een soort huiskamer beschouwen.
Na 5 of 6 keer vriendelijk te zijn geweest, is het de 7e keer bij mij wat minder. Dan komen ze een tijdje niet meer. Dan komt er weer een nieuwe stroom van mensen die aandacht nodig hebben. Ik begin dan weer met frisse moet om ze gepaste aandacht te geven en vervolgens met zachte drang duidelijk te maken dat ze in een winkel zijn en niet in een opvangcentrum.
Er zijn mensen die hun moeilijkheden met mij bespreken of hoe ze een bepaald probleem moeten aanpakken. Dat hoort erbij en daar ben je ook een fysieke winkel voor. Soms ontstaat er een band met klanten, gebaseerd op het uitwisselen van wederzijdse ervaringen en dat maakt het hebben van een kleine winkel waardevol.