Op een regenachtige dag staat er een jonge man voor mijn winkeldeur in de portiek te schuilen met een opgestoken joint.
Omdat hij letterlijk de deur blokkeert, loop ik naar hem toe en vraag hem vriendelijk om ergens anders te gaan schuilen, omdat ik een winkel heb.
Hij protesteert wat en zegt dat hij zo een afspraak bij de kapper heeft.
“Misschien zou je daar dan kunnen wachten? “ is mijn suggestie.
Tegen zijn zin, loopt hij weg, om even later weer terug te zijn.
Net als ik weer wil gaan, zij twee dames van mijn leeftijd me voor.
Ze beginnen dezelfde riedel tegen hem, als ik; “Dag meneer u zou u ergens anders kunnen gaan blowen, u blokkeert de winkeldeur”.
Dat wordt hem toch te veel van het goede en hij gaat maar weg.
Als ze binnen zijn, moet ik glimlachten.