Als we in de winkel zijn, worden we gehaald door een man die huizen ontruimt. Toevallig is hij op de Binnenweg bezig en ‘of we even komen kijken’. Het blijkt niks te zijn, althans niet voor ons.
“Han, kunnen we woensdag naar Gouda, die mensen zijn gestopt met hun antiekzaak”. Met dozen, kratten en kranten, vertrekken we in de stromende regen naar Gouda.
In een buitenwijk met allemaal woonerven ( lees: Doolhof) komen we bij een echtpaar dat elke 6 weken naar Engeland ging om spullen te halen. Nu zijn ze gestopt. Wij komen in een snoepwinkel van oud servies en kristal. We gaan met een aantal prachtige spullen weg voor een goede prijs.
Dan rijden we naar een aanleunwoning in Overschie. Ook daar moeten we flink zoeken naar het adres. De flat die de familieleden moeten leegmaken, staat behoorlijk vol. Voor ons is er niet veel bijzonders. Blijft altijd moeilijk om zo maar op spullen van een dierbare te bieden. Het is haast oneerbiedig. Toch gaan we niet helemaal met lege handen weg.
Mevrouw W. aan de telefoon: ‘Mevrouw Mans, komt u koffiedrinken? Ik heb alles wat ik wil verkopen op tafel uitgestald! En o ja, neem uw man mee”
Volgende week gaan we weer op ‘huisbezoek’.